Door wie en voor wie?

Partners

OPeRA is een samenwerking tussen vier hogeronderwijsinstellingen (Hogeschool van Amsterdam, Hogeschool Inholland, Universiteit van Amsterdam en Vrije Universiteit Amsterdam) en 112 scholen voor voortgezet onderwijs in de regio Noord-Holland en Flevoland. De logo’s van alle partners van OPeRA zijn onderaan de homepage van de website te vinden.

Onder de OPeRA koepel zijn de volgende deelnetwerken betrokken:

Tevens zijn de volgende relatienetwerken betrokken:


Ambitie

OPeRA heeft de ambitie om door middel van activiteiten op het gebied van vo-ho aansluiting een bijdrage te leveren aan het leerling- en studentsucces. Het beoogde resultaat is dat studenten zo betere studiekeuzes kunnen maken, het ho een beter beeld heeft van de bagage waarmee studenten binnenkomen en het vo een beter beeld heeft wat leerlingen nodig hebben, zodat vo en ho hun curriculum hier zo goed mogelijk op afstemmen (teneinde een bijdrage te leveren aan het verminderen van uitval en switch).


Lees meer over activiteiten en thema’s
in de samenvatting van het Regionaal Ambitieplan OPeRA 2022 2025, in het OPeRA-jaarverslag 2020-2021 en in het OPeRA-jaarverslag 2021-2022.


Doelgroep

De regio Noord-Holland Flevoland omvat ruwweg 15% van het vo en een nog groter deel van het ho en heeft daarmee enorme aantallen leerlingen en studenten. Daarom is er gekozen voor een gelaagde aanpak in doelgroepen. OPeRA bedient met de eigen activiteiten (kennisdelingsbijeenkomsten, nieuwsbrief, werkgroepen (die adviezen formuleren) en onderzoek, actualiteiten en agenda van bijeenkomsten in de regio) primair de bestuurders, leidinggevenden, decanen, beleidsmedewerkers, studieadviseurs, teamleiders, coördinatoren en andere sleutelfiguren op het gebied van aansluiting. N.B. de scheidslijn is niet strikt te trekken, er worden ook andere doelgroepen bediend.
Docenten en leerlingen worden bediend door de betrokken deelnetwerken.


Organogram

De partners uit de verschillende sectoren (vo, hbo en wo) worden vertegenwoordigd in de overleggen van OPeRA: waar de thema’s gezamenlijk gekozen worden.

 

Ontstaansgeschiedenis

In 2016 hebben de UvA en VU een behoefteonderzoek uitgevoerd onder een groot aantal vo-scholen en ho-instellingen in de regio. Daaruit bleek dat er in de regio Noord-Holland veel gebeurt op het gebied van vo-ho aansluiting en dat er behoefte is aan één overkoepelend netwerk. Met een één-loket functie: zodat kennis en contacten makkelijker toegankelijk zijn. Niet zozeer ‘minder aanbod’, maar ‘minder versnipperd’ aanbod; activiteiten op elkaar afstemmen. En kennis genereren, uitwisselen en ontsluiten. Dit resulteerde in de oprichting het overkoepelende OPeRA-netwerk op 17 oktober 2017.

 

Leerling en studentsucces

De activiteiten van OPeRA zijn gericht op bestuurders, leidinggevenden, decanen, beleidsmedewerkers, studieadviseurs, teamleiders, coördinatoren en andere sleutelfiguren op het gebied van aansluiting: zij zijn immers diegenen die onderwijsinnovaties en -verbeteringen duurzaam borgen in de scholen en instellingen. Het uiteindelijke doel van de activiteiten van OPeRA is verhoging van het leerling- en studentsucces. Het streven is dat de uitval en switch vermindert en het welzijn toeneemt. Vele factoren spelen een rol bij het terugdringen van uitval en switch; de attributie van het effect van de OPeRA-activiteiten is daarom niet eenduidig. Met het oog op het uiteindelijke doel brengt OPeRA bestaande, publiek toegankelijke en landelijk vergelijkbare data met betrekking tot uitval en switch en studentenwelzijn in kaart. Hieronder zijn deze bronnen in te zien.

Data m.b.t. betrekking tot uitval en switch en studentenwelzijn

De eerste honderd dagen in het hoger onderwijs

KBA Nijmegen

Jaarlijks stopt ongeveer een kwart van alle instromers in het Nederlandse hoger onderwijs in of direct na het eerste jaar met hun studie. Zij stappen over naar een andere opleiding of verlaten het hoger onderwijs voorgoed. Het hoge percentage uitval onder eerstejaarsstudenten komt ook in andere landen voor en er is al veel onderzoek naar verricht. De verklaringen voor de uitval die in de onderzoeksliteratuur worden aangedragen dienen – impliciet of expliciet – vaak als uitgangspunt voor hogeronderwijsinstellingen (soms in samenwerking met scholen voor voortgezet onderwijs en/of mbo-instellingen) om interventies te initiëren ter voorkoming van studieuitval. Niet altijd is echter duidelijk welke redeneerlijnen er ten grondslag liggen aan deze interventies. Ook wordt lang niet altijd onderzocht of en waarom de interventies effectief zijn. KBA Nijmegen heeft op verzoek van NRO een inventarisatie uitgevoerd van potentieel succesvolle interventies ter voorkoming van vroege studieuitval in het hoger onderwijs. De populaire term ‘de eerste 100 dagen in het hoger onderwijs’ is daarbij breed opgevat; we hebben gezocht naar interventies die zich afspelen rondom de overgang naar hoger onderwijs. Dat kunnen dus zowel interventies voor als na de poort zijn; voorafgaand aan of volgend op de entree in het hoger onderwijs. De database die de studie heeft opgeleverd, reikt praktisch bruikbare en onderbouwde kennis aan voor hogeronderwijsinstellingen die maatregelen overwegen om de overgang naar hoger onderwijs te versoepelen. De vergelijkende analyses leiden tot meer inzicht in de werkzaamheid en overdraagbaarheid van interventies en de witte vlekken in de beschikbare kennis.

Monitor beleidsmaatregelen hoger onderwijs 2021-2022

Monitor beleidsmaatregelen hoger onderwijs 2021-2022 | Kamerstuk | Rijksoverheid.nl

Kamerstuk (22-08-2022), het rapport bevat de 10e editie van de Monitor beleidsmaatregelen hoger onderwijs. De monitor brengt de gevolgen in beeld van beleidsmaatregelen voor hoger onderwijs vanaf 2010. Dit rapport bevat de gegevens tot en met studiejaar 2021-2022.

Dashboard studiesucces, uitval en studiewissel

Vereniging Hogescholen

Met het dashboard studiesucces, uitval en studiewissel (4 april 2022) is het mogelijk om per instroomcohort het percentage te zien dat na een bepaald aantal jaar een diploma heeft behaald, is uitgevallen of van studie is gewisseld. Hierbij is het mogelijk om gegevens te bekijken per instelling, per opleiding en zelfs per instelling * opleiding. Ook kan de doelpopulatie aangepast worden.

Bovenaan het dashboard staan tabbladen waarmee kan worden gewissel van kengetal (studiesucces, uitval en studiewissel). Ook kan in dit menu worden doorgeklikt naar splitsingen naar één of twee studentkenmerken.

Feiten en cijfers van Universiteiten van Nederland

Feiten en cijfers – Universiteiten van Nederland

In het dashboard van Universiteiten van Nederland staat een overzicht van kerncijfers in het onderwijs (o.a. ingeschreven studenten, bachelor instroom, masterinstroom, studiesucces in de bachelorfase (na 1 jaar), ontwikkeling uitgegeven diploma’s, arbeidsmarkt afgestudeerden e.d.). Er kan tevens per onderwijsinstelling gefilterd worden.

De eerste honderd dagen in het hoger onderwijs; een overzichtsstudie (NRO)

Eindrapport – De eerste honderd dagen in het hoger onderwijs; een overzichtsstudie

Deze overzichtsstudie naar de oorzaken en achtergronden van studieuitval in het eerste jaar en interventies om deze studieuitval tegen te gaan, is gebaseerd op literatuurstudie, analyse van de geïnventariseerde interventies en twee expertmeetings met landelijke deskundigen. Vanwege de beoogde praktijk- en beleidsgerichtheid van deze overzichtsstudie vormt het systematisch overzicht van (bewezen) interventies (in Deel II) het zwaartepunt van deze publicatie. Daarbij is niet alleen gekeken naar ‘de eerste 100 dagen’, maar breder naar interventies rondom de overgang naar het hoger onderwijs.

Naar een inclusiever hoger onderwijs Gezamenlijke Ambitie Studentenwelzijn

Gezamenlijke Ambitie Studentenwelzijn

In het hoger onderwijs is aandacht voor studentenwelzijn. Hogescholen en universiteiten bieden (financiële) ondersteuning. Vanuit gemeenten kunnen studenten in aanmerking komen voor financiële ondersteuning in de vorm van de Studietoeslag. En in sommige gevallen kunnen studenten via DUO in aanmerking komen voor een extra jaar prestatiebeurs, verlenging van de diplomatermijn en kwijtschelding van (een deel van) de studieschuld. De wijze waarop hogescholen en universiteiten invulling geven aan de ondersteuning, verschilt. De uitgangssituatie is goed, maar er is ruimte en noodzaak voor verbetering, zo blijkt uit de jaarlijkse rapportages van de Nationale Studenten Enquête en de Monitor Beleidsmaatregelen. Zoals de grotere uitval van studenten met een functiebeperking en de psychische klachten onder jongvolwassenen. De koepelorganisaties VSNU en Vereniging Hogescholen, de studentenbonden ISO en LSVb, de Universiteit voor Humanistiek en het ministerie van OCW onderstrepen hun gezamenlijke verantwoordelijkheid voor studentenwelzijn en het belang hier blijvend aandacht voor te hebben. De genoemde partijen hebben gezamenlijk de knelpunten geïdentificeerd en gekeken naar mogelijke verbeteringen rondom studentenwelzijn. Hieruit volgt dat zij gezamenlijk vijf ambities rondom studentenwelzijn uitspreken. Hierbij is ook gebruik gemaakt van het actieplan Studentenwelzijn . Het is aan de individuele instellingen om hier, samen met de medezeggenschapsorganen en eventueel met ondersteuning van experts, verdere invulling aan te geven.

Blijf op de hoogte door je te abonneren op onze nieuwsbrief