Studiekeuzevragenlijsten

Studiekeuzevragenlijsten

Franz Maissan RL (docent/onderzoeker, A&O psycholoog, organisatie- en loopbaanadviseur) nam ons in zijn presentatie mee in wat we vanuit de psychologie weten over studiekeuzetesten of beter gezegd studiekeuzevragenlijsten, die sinds tientallen jaren een belangrijke basis voor studie- en loopbaanadvies vormen. Doorgaans staat interesse daarbij centraal, er blijken echter veel pseudo-psychologische vragenlijsten te worden gebruikt die niet valide/betrouwbaar zijn. De COTAN-criteria van het NIP (Nederlands Instituut van Psychologen) vormen uitstekende uitgangspunten voor een goede vragenlijst; helaas blijken maar weinig vragenlijsten aan alle criteria te voldoen.

In het reguliere onderwijs was er te weinig aandacht voor interesseontwikkeling en identiteitsontwikkeling (Onderwijsraad, 2012). Gelukkig is hiervoor steeds meer aandacht. Leren vanuit persoonlijke interesse kent verschillende positieve invloeden (Hidi & Renniger, 2006). Interesses ontstaan en ontwikkelen zich in verschillende sociale omgevingen (Barron, 2006). Het aanreiken van exploratiemogelijkheden lijkt bij te dragen aan het verzamelen van ervaringen in verschillende omgevingscontexten binnen en buiten school zodat leerlingen tot een weloverwogen keuze voor de vervolgopleiding kunnen komen.

In tegenstelling tot de populariteit van interessevragenlijsten in de praktijk wordt er in het Nederlandse taalgebied relatief weinig wetenschappelijk onderzoek gedaan naar interesse. Uit onderzoek blijkt ook dat enkel interesse een enigszins beperkte voorspeller is van studiesucces. De Fruyt & Mervielde (1999) geven bijvoorbeeld aan dat persoonlijkheid een betere voorspeller is van succes in een functie (en als we dit doortrekken in een schoolcontext, dus ook voor succes in een opleiding). Persoonlijkheid is echter lastiger dan interesse te vertalen naar opleidingen.

Voor een passende matching moet onder andere ook rekening gehouden worden met Person-Job (opleiding) Fit, Person-Organization (school) Fit, Person-Supervisor (docent) Fit en Person-Group (klas/leergemeenschap) Fit, alsook diverse interveniërende psychologische factoren, (onder andere behoefte aan uitdaging, erkenning en zelfexpressie).

Interesse, oftewel iets leuk vinden, heeft een sterke relatie met intrinsieke motivatie, zoals ook blijkt uit de Zelfdeterminatietheorie van Deci & Ryan (2008). Daarnaast blijkt uit praktijkonderzoek onder leerlingen in de bovenbouw van het VWO dat in de top twee van belangrijke keuzefactoren interesse in een studie (30%) en interesse in een functie na de studie (25%) genoemd wordt. Voor een “quick and dirty” is interesse dan uiteindelijk toch weer favoriet als voorspeller. Het advies is wel om dit niet vanuit een statische papieren uitslag te doen, maar interactief in een online systeem.

Geen reactie's

Sorry, het is niet mogelijk om te reageren.

Blijf op de hoogte door je te abonneren op onze nieuwsbrief